Schaakstukken

De Koning is het belangrijkste stuk van het edele schaakspel
Hij mag alle kanten op bewegen, één veldje slechts dat wel
Is de Koning aangevallen, dan is er sprake van schaak zo heet dat
En is de schaak niet meer te verdedigen dan is het spel over: schaakmat

De Koningin is het sterkste stuk dat op het bord staat
Horizontaal, verticaal of diagonaal dat is zo zij gaat
En zonder beperkingen kan zij dus naar elke kant
In de handen van een geoefend speler is zij een briljant

De twee Torens staan bij het begin in de hoeken opgesteld
Zij heersen over de rechte lijnen van het hele schaakveld
Hebben zij hun beginpositie eenmaal verlaten
Nou, hou ze dan maar heel goed in de gaten

De Paarden bewegen niet recht maar kunnen springen
En zijn ze in galop dan zijn ze soms moeilijk te bedwingen
Is het Paard eenmaal goed geplaatst op het schaakbord
Dan wordt menig tegenstander in het gevaar gestort

De Lopers een krachtig paar heersen over de diagonale lijnen
Lopers die op de witte of op de zwarte velden verschijnen
Als de lopers goed samenwerken zijn ze van grote waarde
Maar dat geldt natuurlijk ook voor de paarde(n)

Acht Pionnen staan keurig naast elkaar op de tweede rij
Bij aanvang mogen zij 2 velden naar voren maar nooit opzij
Eenmaal van hun plaats moeten zij zich beperken tot één veld vooruit
Ze loopt dus recht maar let op slaan doet ze schuin, deze kleine schavuit

Dan zijn er ook nog zaken als rokade, en passant en promoveren
Misschien bespreken we die later nog, de tijd zal het leren
Voor nu stop ik even met deze beschrijving in dichtvorm
Maar wie weet, de inspiratie van het schaakspel is enorm.

De rijmschaker